In artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging staat dat de gemeente de plicht heeft om de uitvaart te verzorgen als er iemand binnen de gemeentegrenzen komt te overlijden van wie geen nabestaanden bekend zijn of waarvan de nabestaanden niet in staat zijn de uitvaart te betalen. De gemeente wordt dan de opdrachtgever van de uitvaart. De gemeente bepaalt ook hoe de uitvaart zal verlopen: sober; met of zonder familie; wel of geen gelegenheid tot afscheid nemen; wel of geen bloemen, enzovoort.
Zijn er geen nabestaanden bekend of zijn de nabestaanden niet in staat om de uitvaart te betalen dan wordt een ondernemer, door de gemeente of de nabestaanden, gebeld in de plaats van overlijden die de uitvaarten van de gemeentewege verzorgt. Deze ondernemer regelt de uitvaart en handelt de zaken verder af met de gemeente.
Voor de begrafenis zal het stoffelijk overschot geïdentificeerd moeten worden, dit is echter niet altijd mogelijk. Met moet weten wie men gaat begraven of cremeren, het is immers altijd mogelijk dat er nog nabestaanden opduiken, al is dit soms na jaren. De gemeente zal altijd zijn best doen voor de uitvaart familieleden op te sporen. Het komt voor dat de familie alsnog zelf de uitvaart wil laten verzorgen.
Een uitvaart van gemeentewege zal altijd op een gemeentelijke begraafplaats of in een gemeentelijk crematorium plaatshebben. De kosten van de uitvaart worden, als dit mogelijk is, betaald uit de nalatenschap van de overledene. Levert dat niet genoeg op dan kan de gemeente aankloppen bij wettelijk bepaalde groepen bloed- en aanverwanten: ouders, wettige en natuurlijke kinderen, aangetrouwde kinderen, schoonouders en stiefouders.
Het komt regelmatig voor dat de familie wel de uitvaart wil regelen voor een familielid maar niet opgezadeld wil worden met diens schulden. In deze gevallen bestaat de mogelijkheid bij de notaris een verklaring te tekenen voor beneficiaire aanvaarding de erfenis. Met andere woorden: men draait niet op voor de schulden van de overledene maar als er nog geld overblijft, komt dit wel de nabestaanden ten goede.
Zijn er niet voldoende financiële middelen om een uitvaart te betalen en hebben de directe nabestaanden een uitkering via de Sociale Dienst, dan kunnen de nabestaanden er toch voor kiezen om de uitvaart zelf te regelen. Zij kunnen dan een beroep doen op de Wet Bijzondere Bijstand. De Sociale Dienst zal hen een bedrag lenen. Bij het kantoor van de Sociale Dienst in de woonplaats van de nabestaanden kunnen zij daarvoor een aanvraag doen. Per gemeente is het te vergoeden bedrag van de Bijzondere Bijstand verschillend. De Sociale Dienst moet dan wel eerst de kostenbegroting van de uitvaartondernemer hebben goedgekeurd. Het bedrag van de bijzondere bijstand wordt niet aan de nabestaanden uitgekeerd maar direct overgemaakt naar de uitvaartondernemer. De nabestaanden zullen het geleende bedrag terug moeten betalen of wordt in termijnen op de uitkering van de nabestaanden ingehouden.
© 2006-2022 - SchoonePC - Rotterdam - The Netherlands