Komt er een ouder te overlijden en blijven er minderjarige (ongehuwde) kinderen achter dan bepaalt de wet dat er in het ouderlijk gezag moet worden voorzien. Men spreekt dan van toeziend voogdij. Dit hoeft niet een familielid te zijn en kan ook bij leven al worden bepaald. De voogd is dan samen met de overgebleven ouder verantwoordelijk voor de opvoeding van het kind. Zij zijn verplicht de kosten voor de verzorging en opvoeding van het kind te dragen tot de 21-jarige leeftijd van het kind.
|
Hoewel de voogd wel verantwoordelijk is voor de opvoeding en het levensonderhoud van het minderjarige kind, hoeft hij dit niet zelf te doen - dit in tegenstelling tot ouders die die verplichting wel hebben. De voogd kan bij testament worden benoemd. Is er geen testament dan stelt de kantonrechter de voogd aan. De kantonrechter zal meestal akkoord gaan met de voorgedragen voogd. Hebben de ouders beiden een voogd aangewezen dan beslist de kantonrechter wie de voogd wordt. In sommige gevallen wordt de Raad van Kinderbescherming ingeschakeld (www.kinderbescherming.nl).
De kosten voor de opvoeding en het levensonderhoud van een kind (de kinderen) kunnen hoog oplopen door bijvoorbeeld dagopvang, naschoolse opvang, studie en dergelijke. De voogd kan, afhankelijk van zijn/haar financiële situatie, volgens de Wet kinderopvang een tegemoetkoming van het Rijk ontvangen. Deze tegemoetkoming kan worden aangevraagd via www.belastingdienst.nl. Voorziet de voogd in het grootste gedeelte van het financiële onderhoud van het kind dan kan de kinderbijslag worden toegewezen aan de voogd.
De hoogte van de wezenuitkering hangt
af van de leeftijd van het kind:
- tot 10 jaar: 32 % van de volledige ANW-uitkering (ANW =
Algemene Nabestaanden Wet)
- tussen 10 en 16 jaar: 48% van de volledige ANW-uitkering
- tussen de 16 en 21 jaar: 64% van de ANW-uitkering
Tevens hebben recht op een
wezenuitkering:
- kinderen die na hun 16e jaar het huishouden verzorgen;
- kinderen die arbeidsongeschikt zijn tot zij 18 zijn;
- leerplichtige kinderen.
Is een ouder overleden dan valt dit onder bijzondere familieomstandigheden. Bij bijzondere familieomstandigheden kan men een deel van het studiegeld terugvragen via de decaan van de school.
Dit is een overheidsinstelling, geen hulpverleningsinstantie. Zij houdt zich
bezig met het onderzoek wie het beste voogd kan worden over het kind na het
overlijden van de ouder(s) en of het kind goed verzorgd wordt door de voogd. De
kinderbescherming rapporteert vervolgens
aan de rechter. De betrokkenen kunnen het rapport
inzien, is men het niet eens met de inhoud van het rapport dan kan men terecht bij
de volgende instanties:
AKJ (Advies- en Klachtenbureaus Jeugdhulpverlening),
Geldersekade 101
1011 EM Amsterdam
020-6383728
www.akj.nl
en bij het bestuur van de Raad voor de Kinderbescherming (www.kinderbescherming.nl).
© 2006-2022 - SchoonePC - Rotterdam - The Netherlands