Een gedicht boven de rouwkaart geeft vaak iets extra's, op deze pagina vindt u enkele voorbeelden.
Ik vraag niet naar het doel van de reis -o- Je was zo moe, je hebt je strijd gestreden. -o- Omdat er liefde is -o- Groot was zijn/haar liefde. -o- Het zijn kleine dingen die ik achterlaat -o- Wij vragen allemaal “waarom”? -o- Er zijn van die ogenblikken in het leven -o- Er is geen einde en geen begin aan
deze tocht, -o- Zoveel gedaan -o- Nu vader er niet meer is -o- Leven is als sneeuw -o- De gloed van de avond, -o- Je was een rots in de branding -o- De strijd is gestreden, -o- Vroege vogels voor het raam, -o- Geen wind meer in de zeilen -o- Nu wendt het schip de haven in. -o- Mijn tijd is om, ik moet nu gaan. -o- De dood bestaat niet. -o- De dood bestaat niet -o- In geluk en in gemis -o- Afscheid
nemen is met zachte -o- Onze weg voert niet over zacht gras, -o- Afscheid nemen, dat wil je niet, -o- Als de draad wordt doorgeknipt, -o- Als het lichaam niet meer wil -o- Te jong en volop in het leven -o- Langzaam vervagen herinneringen -o- In je slaap ben je van ons weggleden -o- En als ik dood ben treur dan niet -o- Ik lig met open oogen in het duister -o- soms horen mensen duidelijk bij elkander -o- Rust nu maar uit, je hebt je strijd gestreden. -o- Voor jou ging het sterven niet ineens -o- Waar je ook bent ik zou het niet
weten, -o- Waar angst zo zwaar weegt dat je
alles hebt gegeven -o- Zoals de dag -o- Waar je ook bent, 'k zou 't niet
weten. -o- Herinner mij -o- Verstrooi onz'as -o- Ik zit en ik dacht -o- Verder van de wereld weg -o- Doodgaan is niet zo erg -o- Een leven vol arbeid, -o- De mens is sterk maar de dood slaat hem neer. -o- Leef met de gedachte -o- Naar menselijke maat tekort, -o- Waarom zijn er zoveel vragen -o- Kussen is het eerste tere spel -o- Wij vermoeden dat het daar fijn is. -o- Je bent wat je diepe bezielende wens is; -o- Slechts weinig woorden -o- Eerst is je wereld groot. -o- Ik huil om de stilte na jouw bestaan, -o- De grenzeloze liefde -o- Is het leven niet mooi, maar 't gaat wel snel voorbij -o- Wie zich bewust is van de onbestendigheid en zich -o- Zijn/haar lichaam heeft verloren -o- Hoe vruchteloos is het zoeken naar een zin -o- Als tranen een trap kunnen bouwen -o- Ik heb een gezicht van het verleden -o- Als ik geroepen word om te gaan -o- Voor
de zoon van de aarde -o- Een mens kan na een welbestede dag -o- Als je ouder wordt en niet meer weet waar je bent -o- Het is niet de dood waar ik bang voor
ben, -o- Je gaf me je liefde bezorgdheid en trouw -o- Hand in hand zijn wij gegaan -o- Als je lief je is ontnomen en het leed je heeft gekust -o- Vandaag
begraaf ik jou in mij -o- Hoe lang leeft een mens uiteindelijk -o- Als het leven niet meer gaat zoals je had gehoopt, -o- Want altijd de scheiding. -o- Een lege plek -o- Jouw boek ligt dichtgeslagen -o- Het leven is als een bloem -o- De ouderdom verzacht het sterven. -o- Laat het verleden los, -o- Ik sta in de garderobe -o- Leven is eeuwig -o- Jouw leven was als een bloem -o- Ik heb het leven lief gehad, -o- Wij wisten dat het onvermijdelijke
zou komen -o- De lading bestaat
uit vele herinneringen. -o- Rozen als afscheid -o- Ik heb een steen verlegd in een
rivier op aarde -o- Al jaren geleden raakten wij jou
kwijt. -o- De zon en de zee -o- Loslaten -o- Twee woorden -o- Zoals een boot heel langzaam -o- Geef mij de rust om te accepteren -o- Ik blijf aan je denken -o- Als de pijp krijt die het leven is -o- Dank je voor de hand die je toestak -o- Je bent de wedstrijd aangegaan -o- Treur niet om mij, -o- Tot het laatst wilde je leven, -o- Een moeder, dat is 't mooiste
wat er is -o- 'k ging niet naar de kerk, geloofde
wel in "God" -o- Wat is een lente zonder leven -o- Altijd bezige handen, nu gevouwen en stil. -o- Stil ben je van ons heengegaan, -o- Zover we konden zijn we met je gegaan. -o- Mijn avond gaat vallen, het wordt kil om mij heen. -o- Slechts wie kan weggaan en tot reizen
is bereid -o- Beetje bij beetje moest jij ons
verlaten. -o- Samen plezier, samen op reis, -o- Achter je ligt een leven van werken en plicht -o- Zwijgzaam .... stil en zonder
klagen -o- Wat was je sterk en arbeidzaam -o- De regen en het leed te allen tijde, -o- En nu nog maar alleen -o- ik denk aan je terug in stralende zon, -o- Intens verdrietig zijn wij -o- Onverwacht en onverklaarbaar -o- Eens wil ik rusten in de koele grond -o- Ik voel nog in mijn hand -o- ik zie je handen voor mij liggen -o- Als je je voet op de andere oever zet -o- Ga nooit weg zonder te groeten, -o- Een mengeling van pijn en tranen -o- Tijdens je leven heb jij je naam, -o- Laat me gaan.... -o- De wereld is wonderlijk leeg zonder
jou -o- Je was een man van weinig woorden, -o- Zomaar het eind -o- Zij zag het leven in vrolijk licht -o- Vaarwel mijn lief, -o- Nu moet ik verder zonder jou. -o- Zij hield zó van het leven -o- Langzaam ben je van ons weggegleden, -o- Misschien is liefde voor een deel: -o- Na een strijd, moeizaam gestreden -o- Zwaar werden de dagen, -o- Voor de dag van morgen -o- De zon in het oosten gerezen, -o- Als ik soms denk aan het land in de tropen -o- Als ik dood ga, hoop ik -o- Achter de heuvels ligt een land -o- Er zijn geen woorden voor een zieke -o- Als ik zo oud geworden ben |
Wie voor zichzelf leeft, leeft maar half; -o- Je bent niet meer -o- Hij hield van het leven -o- Er is een vaste wet in ons leven -o- Ons moedertje-lief is niet meer. -o- Een
groot gemis -o- we staan niet altijd stil -o- De zon scheen -o- Er is een tijd om te lachen -o- Ons leven is kort -o- De tijd heelt niet de wonden -o- Je wereld werd kleiner -o- Veel mooie herinneringen -o- Een nieuw begin, -o- Rust nu maar uit -o- Zijn/haar laatste woorden waren: -o- Het is vreemd maar -o- Telkens als je water ziet -o- Voor mij is het niet erg meer. -o- Het liefste van het liefste -o- Maar vroeg of laat -o- Zijn stoel is leeg -o- Het is ons maar geleend, -o-
Waar ik volmaakt -o- Het is tijd -o- Kleine zorgen kun je delen -o Ik blijf nu hier. Jij gaat naar daar -o- Ze zijn ons maar geleend -o- Zijn/haar ogen, oren en hart -o- Maar de herinnering is warm, -o- Immer week de horizon. -o- Zijn werk, zijn kracht, -o- Waarom zijn er zoveel vragen -o- Een reiziger die de avonturen -o- 't Liefste wat ik heb bezeten, -o- Afscheid komt vanzelf. -o- Je hebt ons abrupt verlaten, -o- Zijn/haar ogen straalden liefde -o- Zwevend op vleugels van gisteren -o- Flink was je je hele leven, -o- De wereld wordt een kamer -o- Oneindige wind
waait -o- Iets zo vertrouwd -o- Vergeet haar tranen -o- De
strijd heb je nooit opgegeven -o- Al wat geweest is heeft mijn zegen, -o- Denk niet het is maar om het even -o- 'n Weg gaat altijd ergens naar toe, -o- Veel heb je ons gegeven, -o- Hard gewerkt, moegestreden -o- Als ik dood ben, zeg maar niets meer -o- En telkens zullen wij je tegenkomen. -o- Bezige handen, nu gevouwen en stil -o- Ik was verbaasd, verrast, verrukt, -o- Hoe koud en kort en onverwacht -o- Geluk en droefheid trokken beide -o- Je bent er niet meer, het is voorbij -o- Het goede heb ik getracht te doen -o- Zoals je geleefd hebt, zo ben je
gegaan, -o- Je bent niet meer in mijn leven, -o- Een hoge kreet trekt scherp zijn zilvervoor. -o- Wij vinden geen woorden om het te
zeggen -o- De tijd sterft niet -o- “Ik ben in jou: de liefde -o- De grootste prestatie -o- we hielden innig van je -o- Moeder zijn is alles geven -o- Het laatste beetje is nu op, -o- Hij was voor ons: -o- Was ik een snelle vogel, frank en
vrij, -o- Vriendelijkheid en geduld -o- Draag mij door het diepe water, -o- Ach wat haat ik -o- Veel te vroeg... -o- Er is niets dat moeilijker is -o- Ik veeg de tranen van mijn gezicht, -o- Wanneer de lente komt -o- Wieg me rond de
aarde!, -o- een geest zo sterk als een beer -o- Met alle dierbaren om je heen -o- Binnen in mij huist een kind -o- 't Verlies was er al voor het einde -o- en nu ik dood ga -o- Tussen jou en ons -o- Hij/zij was er altijd -o- Vroege vogels bij het raam -o- Langzaam zie ik hen gaan -o- Strooi uit mijn as -o- Wanneer een bleke zonnestraal -o- Naast de vreugde brengt het leven Zo moet je dus voor alles danken -o- Het huis is leeg en koud -o- ik had het leven lief -o- Waarom al dat vechten? -o- Maar vroeg of laat -o- Zwaar werden de dagen -o- midden in 't leven -o- Zoals een bloem zo is 't leven -o- Wij weten niet wat komen gaat, -o- Je hebt iemand nodig -o- Als ik dood ben, -o- Sterven doe je niet ineens -o- De dood is niet braaf De dood is geen warmte -o- Je zag ons niet meer -o- En nu is het einde in zicht Toen hoorde ik een stem: o mens -o- De bomen komen uit de grond -o- De mensen van voorbij -o- De tijd, het stromende getij -o- Ik heb genoten van jouw liefde -o- Wanneer je jezelf hebt gegeven -o- als
ik niet meer hier woon -o- Iedere dag een
beetje, -o- Alles waar je echt
van houdt, -o- Wat is mijn wereld wazig, -o- Ik heb je niet
verloren -o- Als onder de sterren van het Westen Wie met een "jong" hart oud
wordt, -o- een
wereld van mensen -o- "Het
maakt niet uit als ik dood ben gegaan -o- Je
wordt geboren -o- Alsmaar
verder meegezogen -o- Al
heeft zij ons verlaten Als
het volle leven| -o- Als de zon
die straalt van geluk -o- Oh
Dood die mij m'n liefste haalt -o- Jouw
liefde was mijn liefde -o- Een leven vol van arbeid -o- Het is voorbij de dag is om -o- Een leven vol arbeid -o- Komen en gaan Dan is daar het moment -o- Verstomd is nu je stem |
Het is mistig
Dat doet God zo listig
Dat je de wereld vol verdriet
Voor eventjes niet ziet.
-o-
De Heer heeft gegeven
liefde in het leven
moed in het lijden,
troost bij het scheiden.
-o-
O God, ons loflied rijze omhoog,
Uw licht omstraalt de hemelboog.
Zo love de aard Uw heerlijkheid
Van nu aan tot in eeuwigheid.
-o-
Mij is de blomme een tale,
Mij is het kruid beleefd.
Mij groet het altemale
Dat God geschapen heeft.
Guido Gezelle
-o-
Je bent niet dood maar ach, ik zal je missen
zoals een mens de meest geliefde mist.
De jaren van geluk zijn nooit meer uit te wissen
en ik geloof: "God heeft Zich niet vergist....."
-o-
De levensbaan is afgelopen,
de grens bereikt met laatste kracht,
de hemel gaat nu voor hem/haar open,
hij/zij is voor eeuwig thuisgebracht.
-o-
Al kunnen herinneringen niet
verdwijnen
Je hebt zolang bij ons leven gehoord.
Toch zal Gods licht in de toekomst schijnen,
De dood heeft niet het laatste woord.
-o-
Zoals een arend over zijn jongen waakt
en er voortdurend boven blijft zweven,
zijn vleugels uitspreidt en zijn jongen daarop draagt,
zo heeft de Heer zijn volk geleid.
-o-
Uit Gods hand
ontving ik mijn leven,
onder Gods hand
leef ik mijn leven,
in Gods hand
geef ik mijn leven terug.
-o-
Boven
akkers, stad en land
mag je God nu loven.
Kleine vogels in Gods hand,
vlieg omhoog, naar boven.
Vlieg omhoog en vlieg voorgoed,
vlieg de vrijheid tegemoet!.
-o-
Laat mij nu gaan
Ik heb genoeg geleden en doorstaan.
Het lopen, praten, mijn toekomstdromen
Zijn stuk voor stuk aan mij ontnomen.
Laat mij nu gaan in deze lange donker nacht
Naar het licht waar Hij in liefde op mij wacht.
-o-
Heer,
het is nacht, het is donker, het is stil,
en ik ben alleen
maar als ik zacht met u praat
is het donker anders donker
de stilte is anders stil
de nacht is anders nacht
en ik ben anders alleen
Toon Hermans
-o-
Laat mij slapend op U wachten
Ja dan slaap ik zo gerust
Geef mij heilige gedachten
en wees in de slaap mijn lust.
‘t Lichaam slaapt maar 't harte waakt
daar het zich in U vermaakt.
Laat mij stil bij Jezus wezen
want dan heb ik niets te vrezen.
-o-
Thuis
Als je de voet op de andere oever zet
en het blijkt de hemel te zijn.
Als je dan door een hand wordt aangeraakt
en het blijk Gods hand te zijn.
Als je dan muziek hoort
en het blijken engelen te zijn
dan ben je niet heengegaan,
maar naar huis gegaan.
-o-
Wees maar niet bang wanneer de nacht
zal komen.
Juist als het donder is, ben ik je zeer nabij.
Ik wil Mijn liefde over je doen stromen.
Mijn moede kind, vertrouw je toe aan Mij.
Geef Mij je hand.
Durf je zo te vragen met Mij te gaan.
Ik zal je Helper zijn.
-o-
Heer, bidden lukt niet altijd
hoe goed ik het ook bedoel.
Maar als het lukt,
dan sluit de cirkel
en voel ik diep van binnen
de heelheid die er is
tussen U en mij.
-o-
Je wereld werd steeds kleiner
de deur ging langzaam dicht.
Iedere dag toch verder
jouw reis naar het eeuwige licht.
Zoveel vragen zonder antwoord
wat ging er in je om?
Niemand kan het nog vertellen
alleen God die weet waarom.
-o-
Ook dan
Ook als het koud is in je hart en je
geen warmte uit kunt stralen;
ook als je denken je verwart en je moet gaan door diepe dalen;
ook als je niets dan zorgen ziet en je alléén moet door de dagen
ook als je eenzaam je verdriet en onbegrepen pijn moet verdragen;
ook als je zelfs geen woorden vindt voor je ontmoedigde gedachten;
ook dàn zoekt God Zijn moede kind dat klein en stil op Hem blijft wachten;
en wie zichzelf zo machteloos zo moe voelt en zo vol zorgen,
die troost Hij zo een moeder troost, die houdt Hij in zijn hart geborgen.
-o-
Vanwaar zijn toch die stemmen,
die dwalen door mijn hoofd.
Mijn hart zo nauw omklemmen
verward en nooit geloofd?
Van waar zijn toch die stemmen?
Hoe kan ik ze ontvluchten?
Zij breken veel in mij
en dragen wrange vruchten,
die drijven tot razernij.
Hoe kan ik ze ontvluchten?
God, zucht mijn laatste rede
Uw almacht is zo groot,
geef mij toch uw vrede
en stilte voorbij de kilte van de dood.
God, zucht mijn laatste rede
Toon van Heereveld
-o-
Onze namen,
ze staan gegroefd
in de palmen
van Uw Handen.
Onze namen,
hier maar tijdelijk
maar boven
voor altijd.
Onuitwisbaar gegroefd
in dezelfde handen
die mij hebben gedragen
toen ik het op aarde
moeilijk had.
U riep mijn naam
op het einde
van mijn bestaan.
Die handen hebben mij
toen naar U toegedragen
ik zag toen in Uw Hand
mijn naam.
-o-
Elk
libben hat sin
is men yn frede stjert.
-o-
Tank foar alle goede soargen.
-o-
In
ljocht giet ut
en skynt net mear.
-o-
Stjerre
yn frede dat is:
mei 'n gerêst hert jins eagen slute kinne.
-o-
It like allegear sa moai
wy hiene it goed meiinoar.
Do wiest sa libben
en wy hiene noch sa folle plannen.
In protte minsken hawwe dyn freonskip ûnderfûn.
Wy sille dy tige misse.
-o-
Wy
sille dy rêst gunne
al is tol drôvens ús hert.
Dyn lijen oansjen, dy net helpe kinne
dat wie ús grutste smert.
-o-
Wat
frjemd, datsto der net wêze silst
wannear 't wy wer nei hûs gean sille.
Do silst net yn de keamer weze
en ús omearmje, as eartiids.
-o-
"Hieltyd
opnij begjinne,
dat is libbensmoed"
-o-
Oant no ta hasto ús laat
Do joechst ús alle krêft
Mei ús beiden strieden wy de striid
dy't no folbrocht is.
-o-
Sa folle soarten fan fertriet
ik neam se net
mar ien, it ôfstan dwaan en skieden
En net it snijen docht sa sear
maf it ôfsnien wêzen.
M. Vasalis
-o-
Dat
libjen striid is, wisten wy beide
Ek wat echte freonen wiene
Beide hâlden wy fan de fûgels,
de blommen en de see
Betanke. . . foar alles,
't is te folle om te neamen.
-o-
Troch
de triennen fan dizze oere
slûpt syn/har glim
syn/har eagen, syn/har stim,
mar foaral syn/har hert.
-o-
"Hân yn hân binne wy gien
oan de drompel ta
skjin oan ein, mei leafde om ús hinne,
hast my ferlitte moatten"
-o-
De
leechte dy’t er / se efterlit
kin nimmen weinimme,
yn bliuwende leafde betinke wy
wat er / se foar ús betsjut hat
-o-
As
libjen lijen wurdt,
is rêsten goed
-o-
"Syn
/ har hannen hawwe foar ús wurke,
syn / har hert hat foar ús kloppe,
syn / har eagen hawwe us oan it lêst ta socht,
hy / sy hat syn / har taak folbrocht
hy mei rêste yn frede"
-o-
It lêste bytsje is no op
der wie gâns te ferduorjen
It kearske is no opbaarnd
Dôve binne alle fjurren
-o-
Ôfskie
nimme is
mei tankbere hannen oannimme
al wat it oantinken wurdich is
-o-
Tank,
goede freonen
foar al it moaie dat
wy mei-inoar belibbe hawwe
-o-
Om
heit / mem hinne is't no stil
nettsjinsteande syn / har libbensmoed en
sterke wil
Nei in wurksum en dreech bestean
hat er / se syn / har lêste striid
opjaan moatten
Wy steane mei ús fertriet allinne
syn / har plak is leech,
want hy / sy gie fan ús hinne
-o-
Krekt
no'st der net mear bist
silst altyd by ús wéze
-o-
De
minsken syn dagen binne as gers
hja bloeie as de blommen yn it iepen fjild
dan waait de wyn en se binne weiwurden
-o-
"Dêr't
de beam faIt, bliuwt er lizzen:
De dea is it wichtichste momint yn iders libben;
wês dêrom hieltyd ree de geast te jaan"
-o-
"Rêst no mar út,
do hast dyn striid striden
Do hast it as in moedich minske dien
Wa kin begripe watsto lit hast?
Wa kin fiele watsto trochstien hast?"
-o-
'n
Ofskie is swier as 't moai west hat
mar ik bliuw altyd by dy, do libbest yn myn geast
-o-
Noch hast (omtrint?) neat,
sa jong en ûnwittend;
mar dochs sa grut en moai,
watsto foar ús betsjut hast
-o-
Foar my is it net slim mearD
êrfoar is it ferliden
wol foar jimme dy't ik efterliet
Farwol en wês tefreden
-o-
De
grutte stilte moast no stadichoan mar komme
ynstee fan al de gjalpen dy't de wrâld jout. . .
De grutte stilte mei syn deadske dreamen
dy't hiel ús Iyts gedoch ynienen
te spot makket
-o-
Myn
taak is folbrocht,
jim leafde foarinoar moat bliuwe.
-o-
Sa
as in blêd fan de beammen delkomt,
sa giet in libben út dizze ierde
De fûgels sjonge fierder
-o-
Do
wiest in man / frou fan net folIe wurden
Dúdlik werkenber toar dejingen
dy't by dy hearden
In man / frou, heit / mem in pake / beppe
dêr't men op bouwe koe
mei in wurd
dêr't men op fertrouwe koe
Efter dy leit in libben
fan wurkjen en plicht
en krekt dàt bepaalde
yn alles dyn gesicht
sa beskieden ast libbe hast
sa beskieden bist ferstoarn.
-o-
Wês leafdefol foar inoar / elkoar
-o-
Myn
fêste regel hat altyd west:
ik jou eat pas foargoed op,
as ik der folslein wis fanbin dat der
alhiel neat mear oan te dwaan is;
en no is it dan safier. . .
-o-
Nea
freegjend
nea kleiend
altyd alles yn himsels / harsels dragend
wie er / se in stipe foar in gâns minsken.
-o-
Hy
/ hja hie de wil om te libjen,
mar net mear de krêft
-o-
Grut
wie dyn ynset foar alles
mei dy fierder libje yn us
-o-
Dyn leafde sil altyd by ús bliuwe.
-o-
Sûnder
te kleien hat er / se moedich striiden
alles yn it libben fûn er / se sa moai
Hy / sy sei faak: "t Is goed hear'
yn in libben fol leafde, wurkjen en soargjen
sa libbet er / se yn ús oantinken troch
-o-
Ferjit
syn / har triennen
Bewarje syn / har golle laits
Hy / sy hat syn / har striid striiden
Dat er / se yn frede rêste mei
-o-
Dit
stjerren is sa swier te ferwurkjen
Syn / har libben wie ús allegear safolle wurdich
Hy / sy wie ien fan dy stille, geastlik sterken,
dy't eltsenien, allinnich himsels / harsels net sparre
-o-
As
libben lijen wurdt,
yn ierdske tsjusterens,
is stjerren befrijing
en fiert ús nei it Ljocht
-o-
Dea tij
-o-
Flauwe
ferwachting
falske hope
stoar
yn it lêste Ijocht
fan dyn eagen.
Dea tij.
Dea tij
yn de skiere tiid
fan ôfskie nimmen
der't it begryp
yn waachse moast.
-o-
Do
bist
net
mear.
Simy
Sevenster
-o-
Rêst sacht
-o-
Rêst
myn jonge
yn 'e holte
fan syn earm
dan sille
wy besykje
om oan
syn oare hân
fierder te gean.
Hetty van Coluuidun
-o-
oergien
fan hjir
dei en nacht
nacht en dei
nei dêr
bliuwend Ijocht
Theodora
-o-
Do
woest noch safolle goed dwaan
Dyn taak wie hjir noch lang net dien tochste
Mar do moast it oerjaan
Te ier bist fan ús gien.
Jan Jepma
Near or far
We love you
Whereever you are
-o-
It broke our hearts to lose you
But you did not go alone,
For part of us went with you
The day God welcomed you home.
-o-
You left us beatiful memories.
Your love is still our guide.
And though we cannot see you
you are always by our side
-o-
Though absent you
are ever near.
Stille loved - still missed,
still ever dear.
-o-
When I look up to the sky
my mind starts tripping
A tear drops my eye
-o-
Because I could not stop for Death
He kindly stopped for me –
The carriage held but just ourselves –
And immortality.
Emily Dickinson
-o-
For when the One Great Scorer
comes to mark against your name,
He writes not that you won or lost
but how you played the game.
Grantland Rice
-o-
Fly, fly little wing
fly where only angels sing
fly away, the time is right
go now, to the Light.
-o-
Those we loved, don't go away
They walk beside us every day
Unseen, unheard, but always near,
Still loved, still missed, still every dear.
-o-
Death must be so beautiful.
To lie in the soft brown earth
with the grasses waving above one's head, and listen to the silence.
To have no yesterdy, and no tomorrow.
To forget time, to forgive life, to be at peace.
-o-
If hand could free you, heart,
Where would jou fly?
Far, beyond every part
Of earth this running sky
Makes desolate? Would you cross
City and hill and sea,
If hands coud see you free?
Philip Larkin
-o-
May the road rise to meet you,
may the wind be always at your back,
may the sun shine warm upon your face,
the rain falls soft upon your fields,
and until we meet again
may God hold you in the palm of his hand.
-o-
He was my North, my South, my West
My working week and my Sunday rest
My noon, my midnight, my talk, my song
I thought that it would last forever
I was wrong
-o-
My long journey through life
Has reached its final day
Thanks you loved ones
And thank you friends
Who came along my way
-o-
No matter how far away
No matter how fat apart
To us you will always stay
For ever close in our hart
-o-
If tears coult built a stairway
And memories a lane
I’d walk right up to heaven
And bring you home again.
-o-
There is an old believe
That at some distant shore
Away from pain and grieve
Old friends will meet once more
-o-
We will not travel as far as we can,
But we cannot in one lifetime see all
That we would like to see or learn all
That we hunger to know.
-o-
It is easy to be pleasant
when life flows by like a song,
but the man worth while
is the one who will smile
when everything goes dead wrong.
-o-
God looked around his garden
And found an empty space;
He then looked down upon the earth
And saw your tired face
He put his arm around you
And lifted you to rest;
God’s garden must be beautiful,
He only takes the best.
-o-
God's Garden
The kiss of the sun for pardon,
The song of the birds for mirth,
One is nearer God's heart in a garden
Tan anywhere else on earth.
Dorothy Frances Gurney
-o-
Count your garden by the flowers
never by the leaves that fall.
Count your days by the golden hours
don't remember clouds at all.
Count your age by friends, not years.
Count your years with smiles, not tears.
Christine Bishey
-o-
When I am dead, my dearest,
sing no sad songs for me;
Plant thou no roses at my head,
Nor shady cypress tree:
Be the green grass above me
With showers and dewdrops wet;
And if thou wilt, remember.
And if thou wilt forget.
I Shall not see the shadows,
I shall not feel the rain;
I shall nog hear the nightingale
Sing on, as if in pain;
And dreaming through the twilight
That doth not rise nor set
Haply I may remember,
And haply may forget.
-o-
REMEMBER me when I am gone away,
Gone far away into the silent land;
When you can no more hold me by the hand,
Nor I half turn to go, yet turning stay.
Remember me when no more day by day
You tell me of our future that you plann'd:
Only remember me; you understand
It will be late to counsel then or pray.
Yet if you should forget me for a while
And afterwards remember, do not grieve:
For if the darkness and corruption leave
A vestige of the thoughts that once I had,
Better by far you should forget and smile
Than that you should remember and be sad.
Christina Georgina Rossetti. 1830–1894
Bron: Arthur Quiller-Couch, ed. 1919.
The Oxford Book of English Verse: 1250–1900
-o-
For once the Great Umpire comes to
score
behind your name
't is not wheter you have won or lost,
but how you played the came.
-o-
I wish that I could hold you
One more time to ease the pain
But my time's rus out and I got to go
Got to run away again
-o-
Only in silence the word,
only in dark the light,
only in dying life:
Bright the hawk's flight
On the empty sky
-The creation of Ea-
-o-
We shall not cease from exploration
And the end of all our exploring
Will be to arrive where we started
And know the place for the first time.
-o-
"Et seuls tous deux devant
tout ce qui lasse
Sans se lasser, sentir l'amour
devant tout ce qui passe,
Ne point passer.
-o-
Le malheur de l'avoir perdu
ne doit pas nous fair oublier
le bonheur de l'avoir connu
-o-
La dernière feuille
Dans la forêt chauve en rouillée
Il ne reste plus au rameau
Qu’une pauvre feuille oubliée,
Rien qu’une feuille et q’un oiseau.
Il ne reste plus en mon âme
Qu’un seul amour pour y chanter;
Mais le vent d’automne, qui brame,
Ne permet pas de l’écouter.
L’oiseau s’en va, la feuille tombe.
L’amour s’éteint, car c’est l’hiver.
Petit oiseau, viens sur ma tombe
Chanter quand l’arbre sera vert.
Théophile Gautier
-o-
Der Meister
Der die Gewissen peinigt,
Der Lehrer,
Der die Geister reinigt,
Der Freund
Der Freundesseelen eindigt.
-o-
Ist er dir jetzt im Bilde zugesellt,
Dann wird er sich auf Geisterwellen
Auch geistig oft uns zugesellen -
Und neu erschaffen wird die Welt.
-o-
Doch drängt auch nur von ferme
Dein Ton zu mir sich her
Belausch' ich ihn so gerne
Vergess' ch ihn so schwer.
-o-
Strophen
Ich gehe langsam aus der Welt heraus
in eine Landschaft jenseits aller Ferne,
und was ich war und bin und was ich bleibe,
geht mit mir ohne Ungeduld und Eile
in ei bisher noch nicht betretenes Land.
Ich gehe langsam aus der Zeit heraus
in eine Zukunft jenseits aller Sterne, und
was ich war und bin und immer bleiben werde,
geht mit mir ohne Ungeduld und Eile,
als wär ich nie gewesen oder kaum.
Hans Sahl
© 2006-2022 - SchoonePC - Rotterdam - The Netherlands